Hoe gaat het met de coronaproof-trainingen van Boccia TeamNL?
26 juni 2020
Door de versoepelde maatregelen voor de topsport werd het mogelijk om vanaf 13 mei het paralympische trainingsprogramma van Boccia TeamNL te hervatten. De start vereiste een duidelijk protocol. De vaste trainingslocatie van Topsport Amsterdam werd ingewisseld voor een grotere gymzaal en gezamenlijk met de trainer-coaches werd er een protocol opgesteld. Hoe gaat het nu enkele weken later met de sporters, begeleiders en coaches? We vroegen ze naar hun ervaringen.
Trainingen in Ookmeer Amsterdam
Assistent bondscoach Roy de Haas vertelt over de herstart van de trainingen. “Bij de training maken we veel gebruik van individuele oefeningen. Om toch een soort wedstrijdelement te creëren tellen we alle scores op en vergelijken we die met elkaar.” De trainer-coaches hebben de trainingen aangepast aan de coronamaatregelen, maar speltechnisch en tactisch wordt er nog op dezelfde manier getraind. Doordat geen van de trainers binnen 1,5 meter in de buurt van de sporters mogen komen, komen de meeste sporters met een begeleider uit het eigen huishouden. Niet alle sporters hebben een begeleider nodig, dat is alleen noodzakelijk als een spelers bepaalde handelingen uit het protocol niet zelfstandig kan uitvoeren. Verder staan er maximaal twee sporters op één veld, zodat ook tussen de sporters en begeleiders voldoende afstand is.
Chantal van Engelen is blij dat ze weer kan trainen met teamgenoten: “Ik heb het samen trainen erg gemist”. De maatregelen zijn volgens haar werkbaar en het reinigen van haar handen en rolstoel went snel. “Mijn moeder gaat op dit moment mee naar de trainingen. Ze zorgt voor de transfers en is mijn hulp bij de toilet.” Voor speler Bart van der Veen geldt het op dit moment hetzelfde. Hij vindt de trainingen met het protocol goed te doen en voor de ondersteuning is zijn moeder aanwezig.
Maatregelen
Bij binnenkomst worden de handen gereinigd en ook de onderdelen van de rolstoel die vaak worden aangeraakt. Het schoonmaken gebeurt daarna weer bij de lunch en aan het einde van de dag. De maatregelen geven speler Pepijn van de Heijden vertrouwen om weer te komen trainen: “De maatregelen worden goed nageleefd en dat geeft me een veilig gevoel tijdens de trainingen.”
In het protocol staan punten over de persoonlijke gezondheid, hygiëne, gebruik van het toilet, gebruik van de trainingszaal, routes door het gebouw en het aankomen en vertrekken. Ook voor Thomas Mirck was het in het begin wennen aan de maatregelen, vooral de 1,5 meter afstand. “Inmiddels ben ik er wel aan gewend en vooral ook blij om weer goed te kunnen trainen. Thuis had ik geen heel veld tot mijn beschikking om te trainen, dus dat was improviseren. Het is nu extra fijn om weer centraal te trainen met mijn teamgenoten.”
Tips voor boccia-verenigingen
Gelukkig mogen alle sportzalen vanaf 1 juli weer open! Dat betekent dat ook de boccia-verenigingen weer binnen kunnen gaan trainen.
- Maak vooraf een duidelijk protocol met de betreffende zaal en gemeente;
- Gebruik daarvoor het protocol Verantwoord Sporten en het advies voor sporters in een rolstoel op 1,5 meter.
Uit de ervaringen van de topsporters hebben we enkele tips verzameld om de herstart zo soepel mogelijk te laten verlopen:
- Toiletbezoek: iedereen die niet zelfstandig naar het toilet kan, zal daarvoor een begeleider uit het eigen huishouden mee moeten nemen;
- Ballen rapen: De trainer-coaches rapen ballen met een doorzichtige pvc-buis met een elastiek. Hierdoor kunnen ze ballen rapen zonder ze aan te raken en ze ook weer terug geven aan de sporters. De ballenraper heeft Roy de Haas gemaakt en zijn te bestellen via roydehaas8@gmail.com.
- Wedstrijden spelen: Sinds kort hebben de spelers toestemming om wedstrijden tegen elkaar te spelen op 1,5 meter afstand van elkaar. Roy vertelt: “Voordat we starten is het van belang dat alle sporters hun handen reinigen en de ballen worden gereinigd. De sporter die aan de beurt is gebruikt vak 3 of 4 om te gooien (individuele wedstrijd). De sporter die niet aan de beurt is, rijdt naar vak 1 of 6 om voldoende afstand te bewaren. De wedstrijden duren iets langer, omdat de sporters zich meer moeten verplaatsen. Het feit dat ze weer een wedstrijd kunnen spelen doet de spelers goed.”
- Vervoer: Het vervoer is ontzettend belangrijk. De verantwoordelijkheid voor het zorgvervoer ligt bij de gemeente. Bij de topsporters maakt niemand gebruik van het openbaar vervoer en ook nog niet van taxi’s, omdat dat nog niet wenselijk is. In de praktijk worden de meeste sporters gebracht en gehaald door hun ouders.