Wat beweegt mensen met een chronische aandoening?
07 december 2018
Bewegen is goed voor mensen met een chronische aandoening, maar zij bewegen vaak te weinig. Ondanks het maatschappelijk belang weten we echter niet goed wat ze hierbij zelf belangrijk vinden. Een oud Nivel-panel van mensen met chronische aandoeningen deed mee aan een onderzoek. Veel van deze, vooral oudere mensen, willen ondanks hun aandoeningen meer bewegen. Gebrek aan energie en pijn en angst weerhoudt hen daarvan. Goed aanbod en goede begeleiding zou ze juist helpen.
Beweeggedrag chronisch zieken
De levensverwachting van Nederlanders neemt toe. Hoe ouder mensen worden, hoe groter het risico dat zij op termijn een chronische aandoening krijgen. Denk aan hart- en vaatziekten, een beroerte, of diabetes. Mede door de vergrijzing telt Nederland in 2030 circa 7 miljoen mensen met een chronische ziekte. Dat is ongeveer 40% van de bevolking; nu is dat nog 32%.
Voor heel veel aandoeningen is voldoende bewegen een manier om de klachten voor de patiënt te beperken. Maar in de praktijk beweegt deze groep juist relatief weinig. Van de chronisch zieken in Nederland voldoet slechts 55% aan de combinorm. Dat ligt onder het gemiddelde voor Nederlanders zonder een chronische aandoening. Waarom bewegen chronisch zieken relatief weinig en hoe kunnen we dat veranderen?
Gebrek aan kennis over motieven
Het Kenniscentrum Sport heeft samen met het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (Nivel) onderzoek gedaan naar beweeggedrag en motivaties en belemmeringen bij mensen met chronische aandoeningen. 334 oud-leden van het Nationaal Panel Chronisch Zieken en Gehandicapten (NPCG) van het Nivel hebben meegewerkt aan dit onderzoek. De deelnemers waren gemiddeld 68 jaar oud.
Mensen willen meer bewegen
Vooral mensen die niet voldoen aan de NNGB willen graag meer bewegen. Bijna 60% wil dat wel, en maar acht procent niet. Ook van de mensen die al wel voldoen aan de beweegnorm, zegt maar een op de tien dat ze niet meer willen bewegen dan dat ze nu doen.
De groep die meer wil bewegen ervaart wel opvallend veel problemen. Veel mensen hebben die bij het recreatief bewegen en sporten, en ook meer dan de helft heeft moeite met normale dagelijkse activiteiten (=verzorging).
Belangrijkste belemmeringen
Gebrek aan energie of de gedachte dat ze het bewegen niet vol kunnen houden speelt zes op de tien parten bij het meer gaan bewegen.
‘Goede’ tweede bij de belemmeringen zijn pijn of angst. De groepen die deze belemmeringen noemen, hebben er ook nog eens weinig vertrouwen in om meer te kunnen gaan bewegen. Maar ze noemen ook voordelen: met 90 procent zijn vooral de fysieke voordelen erg belangrijk. Voor zeven op de tien is plezier, ontspanning en gezelligheid een belangrijke reden om meer te willen bewegen.
Goede begeleiding en aangepast aanbod nodig
De meerderheid vindt het belangrijk dat fysiotherapeuten of trainers met goede kennis van de aandoening hen begeleiden. Daarbij zeggen ze ook dat het voor hun makkelijker wordt om mee te doen als een activiteit is aangepast aan hun specifieke aandoening, of iets vergelijkbaars. Die wens is het sterkst bij mensen die last hebben van de belangrijkste belemmeringen van gebrek aan energie, pijn en angst.
Leerpunten voor zorgverleners, sportaanbieders en gemeenten
Met deze resultaten in de hand kunnen zorgverleners vooral een belangrijke rol hebben bij het beoordelen of belemmeringen dermate ernstig zijn dat mensen alleen maar gebruik kunnen maken van zeer specialistisch aanbod. Zij kunnen mensen helpen bouwen aan het vertrouwen dat zij meer kunnen bewegen. Voor sportaanbieders ligt de focus vooral op (aandacht voor) voldoende echt/goed aangepast aanbod en de juiste kennis om te begeleiden, samen met het laten ervaren van de voordelen van bewegen. Tenslotte hebben gemeenten sterke troeven in handen: gerichte inzet van buurtsportcoaches en interventies, en faciliteren van aanbod dat echt bijdraagt aan beweegstimulering van de mensen die wel willen maar nu denken dat niet te kunnen.
Interventies
Onderstaand goede voorbeelden van interventies die ingezet kunnen worden om deze groep te helpen bij sporten en bewegen.
Meer informatie is te vinden in het rapport ‘Wat beweegt mensen met een chronische aandoening?’