Het succes van 'Iedereen kan Sporten'
21 februari 2019
Naar aanleiding van het artikel 7 Limburgse gemeenten vergroten gezamenlijk de gehandicaptensport in de buurt over het programma Iedereen Kan Sporten Midden-Limburg hebben we de regioconsulent Pauline Schrooten, coördinator binnen het programma, gevraagd waarom Iedereen Kan Sporten zo succesvol is geworden.
Wat houdt het programma ‘Iedereen kan Sporten’ precies in? En wat is jouw rol hierin?
Het programma ‘Iedereen kan Sporten’ is een samenwerkingsverband tussen de 7 Midden-Limburgse gemeenten én het Huis voor de Sport Limburg. De gemeenten hebben een regioconsulent aangesteld die over de gemeentegrenzen heen kan kijken en het aangepast sporten in de gehele regio Midden-Limburg kan coördineren. Het doel is om gehandicaptensport een prominente plek te geven in Midden-Limburg en de drempels te verlagen voor mensen met een beperking om te gaan sporten. Dit doen we mede door sportclinics te organiseren voor het speciaal onderwijs en voor zorginstellingen. Daarnaast organiseren we zowel grote als kleine sportevenementen waarbij verenigingen hun aangepast sportaanbod demonstreren. Ook bieden we verenigingsondersteuning aan sportclubs die aangepast sportaanbod willen gaan ontwikkelen. Hierbij initiëren we samenwerking tussen verschillende clubs en brengen we de behoefte van de potentiële sporter per regio in kaart om een passend sportaanbod te creëren. We hebben dus vooral een adviserende en ondersteunde rol hierin.
Tweemaal per jaar organiseren we een bijscholing voor verenigingen waarbij thema’s worden besproken zoals het omgaan met gedragsproblemen. Als laatst zijn we het contactpunt voor mensen met een beperking die opzoek zijn naar een sport die bij hen past of vragen hebben over het aangepast sportaanbod. Het programma biedt dus een ondersteunende rol voor verenigingen, partners en andere organisaties die actief zijn binnen de gehandicaptensport met als missie een passend sportaanbod te creëren voor mensen met een beperking in Midden-Limburg.
Welke mogelijkheden biedt het programma voor mensen met een beperking?
De mogelijkheid om kennis te maken met verschillende sporten. Door de evenementen en clinics die we organiseren voor zorginstellingen, speciaal onderwijs, verenigingen en andere organisaties kan men een verscheidenheid aan sporten uitproberen. De ‘Sport en Spel Dag’ is bijvoorbeeld een evenement waar jaarlijks 150 tot 200 mensen met een beperking aan deelnemen. De ambitie is om nog meer aanbod te creëren voor mensen met een auditieve of visuele beperking. Het is een uitdaging voor IKS om de behoeften van mensen met deze beperkingen te achterhalen en hier op in te spelen.
Op welke manieren zorg je ervoor dat er een goed sport- en beweegaanbod wordt gecreëerd voor mensen met een beperking?
We werken altijd op een vraaggerichte manier. Dus als we zien dat er vraag is naar handboogschieten, dan benaderen we de vereniging die deze sport organiseert. Ook proberen we ervoor te zorgen dat verenigingen elkaar niet gaan beconcurreren met het opzetten van nieuw sportaanbod. We adviseren ze dan om verschillende doelgroepen te benaderen, denk aan jongeren, ouderen of een specifieke handicap (lichamelijk/verstandelijk/visueel/auditief/gedragsproblematiek). Wanneer verenigingen tegen problemen aanlopen proberen we altijd een partner erbij te betrekken. Een club weet bijvoorbeeld niet hoe om te gaan met gedragsproblematiek. We vragen dan een zorginstelling of zij de vereniging hierbij kan helpen.
Welke drempels ben je voornamelijk tegengekomen bij het opzetten van dit programma? En welke oplossingen heb je ervoor gevonden?
Een van de drempels die we hebben ervaren is de communicatie tussen alle belanghebbenden binnen het programma. Midden-Limburg is een groot gebied met veel betrokken partijen. Hoe zorg je dat je elke partner goed voorziet in informatie en dat de doelgroep weet welk sportaanbod er is? Dit is nog steeds een uitdaging voor ons waar we continue in proberen te verbeteren.
Hoe heb je ervoor gezorgd dat er een heel netwerk aan partners verbonden is aan IKS?
We hebben zoveel mogelijk zorginstellingen, scholen, verenigingen en stichtingen benaderd om te vragen of zij open staan voor aangepast sportaanbod en in welke mate zij hier iets in kunnen betekenen. Daarnaast zijn we naar veel netwerkbijeenkomsten en sportcafés gegaan. Ook zijn we begonnen met het opzetten van kleine projecten om zo een basis te vormen waar partijen zich bij aan kunnen sluiten. Zo zijn sommige projecten ook succesvol gaan groeien, zoals de Zwemsportdag in Weert. Bij de start van dit evenement waren er 70 deelnemers met een beperking, de laatste jaren is dit aantal is gegroeid naar 400 sporters We proberen verbinding te leggen tussen organisaties die gespecialiseerd zijn in beweegaanbod én organisaties die niet in de kern te maken hebben met gehandicaptensport, maar wel op een bepaalde manier hieraan verwant zijn. Zo hebben we een samenwerkingsverband opgezet tussen organisaties in speciaal onderwijs en JOGG (Jongeren op Gezond Gewicht) waarbij er meer aandacht wordt besteed aan gezonde voeding voor jongeren met een beperking. Ik merk dat er steeds meer verschillende organisaties in de buurt samenwerkingsverbanden aangaan om sportmogelijkheden voor mensen met een beperking te organiseren.
Stel dat een aantal sportverenigingen en welzijnsorganisaties in een andere regio de behoefte heeft om eenzelfde soort programma op te zetten. Waar moeten zij beginnen?
Ik zou de projecten kleinschalig opzetten waarbij je gaat kijken wat voor sportaanbod al aanwezig is en hoe je wellicht met die partijen kan gaan samenwerken. Hierbij moet je goed in kaart brengen wat hun doelen zijn, wat de behoeftes zijn van de sporter die je in beweging wilt krijgen en welke rol jij daar als vereniging of organisatie in kan pakken. Vervolgens kan je langzaam je netwerk uitbreiden door meer organisaties bij je projecten te betrekken.
Terug naar overzicht