5 tips voor de begeleiding van kinderen met een beperking

15 september 2018

Kinderen met een handicap ervaren meer moeite met beweeg- en sportactiviteiten. Het zijn echter ook kinderen die wél veel kunnen, maar op een aangepaste wijze. Denk daarom niet in beperkingen, maar in mogelijkheden! Werk een beweegaanbod op maat uit voor ieder kind. G-Sport Vlaanderen heeft dan ook een vijftal algemene tips voor de begeleiding van kinderen met een beperking.

Duidelijkheid, veiligheid en humor

Bied kinderen duidelijkheid, veiligheid en humor. Wees een positief rolmodel. Belangrijk bij deze kinderen is dat ze niet onderschat worden. Onderzoek zelf welke mogelijkheden ze hebben en pas het niveau aan. Op die manier zorg je ervoor dat het kind met plezier kan bewegen.

De juiste communicatie

Spreek over kinderen met een handicap of kinderen met een beperking. Niet over gehandicapten, mindervaliden of andersvaliden. Richt je daarnaast altijd tot het kind zelf, niet tot de begeleider, ouder of tolk.

Bewaak de veiligheid

Informeer vooraf bij de ouders/begeleiders over de algemene gegevens, belangrijke medische gegevens, de sportervaring en zelfstandigheid. Maak vooraf ook steeds een praatje. De mate waarin het kind beperkingen ervaart, kan namelijk verschillen. Gebruik time-outs om te bespreken hoe het gaat: de toestand van het kind kan immers tijdens je les nog veranderen. Deel informatie met de andere kinderen en begeleiders: welke ondersteuning is er nodig om samen te kunnen (blijven) bewegen. Doe dit steeds in overleg met het kind zelf en de ouders. Let ook goed op voor overbelasting en hou in de gaten of het kind over zijn grens gaat.

Zorg voor begeleiding

Toon geen medelijden of overmatige bezorgdheid, dit wordt niet altijd aanvaard. Heb ook geduld! Door de handicap gaan sommige handelingen trager. Grijp dus niet te snel in. Zorg ervoor dat de medewerkers (zoals zaalwachter, enz.) ook op de hoogte zijn van de voorzieningen en het aanbod voor kinderen met een handicap.

Aanpassingen op maat

Bespreek samen met het kind en de ouders de aanpassingen die nodig zijn. Dit vergroot het gevoel van competentie en autonomie, en het kind leert zichzelf beter in te schatten. Pas daarnaast  beweegactiviteiten aan waardoor het kind kan deelnemen op zijn niveau. Denk aan aangepast materiaal (lichtere bal), andere regels of een aangepaste rol (tikfunctie). Tref inspanningsbeperkende maatregelen indien nodig. Bijvoorbeeld: af te leggen afstand, aantal beurten per keer, fysieke uitdagingen, enz (Bron: Tips voor de begeleiding van kinderen met een beperking, G-sport Vlaanderen)

Terug naar overzicht

Deel deze pagina